De taal die wij als mensen gebruiken is iets waar je
hopeloos lang over na kunt blijven denken. Zoals ik
me al eens eerder afvroeg: waarom noemen we een appel
een appel en is gras groen en niet rood? Je kan er
net zo gek van worden als wanneer je nadenkt over
hoe oneindig het heelal wel niet is. Je hersens kraken,
maar komen niet met oplossingen en beelden. Het is
iets ontastbaars en onbereikbaars en iets wat de
meeste mensen hun hersentjes ver te boven gaat.
Gelukkig is daar de wetenschap die de taal met een
aantal moeilijke begrippen ontleedt.
Les 1: Linguistische en culturele relativiteit
Of terwijl: in welke mate beinvloedt onze taal de
manier waarop we denken? Hoe diep is de
wederzijdse invloed van taal en cultuur op elkaar?
In 1960 stelde de Engelse filosoof John Locke vast
dat er in elke taal "een grote voorraad woorden zijn
die huns gelijke niet hebben in andere talen."
In Nederland bijvoorbeeld hebben we minstens zes
woorden voor een auto, o.m. auto, automobiel,
wagen, voertuig, karretje en slee. Bij de Sami (een
noordelijk volk in Noorwegen) weten ze amper wat
een auto is maar hebben ze wel 20 verschillende
woorden voor ijs, 11 voor koude, 41 voor sneeuw
en 26 werkwoorden voor vriezen en dooien!!
Tot zover.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten