Afgelopen weekend waren Kaneel en ik all the way to Harfsen gereden. Nee, we weten zelf ook nog steeds niet waar het ligt en ook niet hoe we er kwamen. Feit was dat we een aantal dagen daarvoor ineens t idee hadden dat we moesten gaan kamperen. Het leek ons leuk en dat was het ook. Eenmaal aangekomen op camping t Waterjuffertje togen we naar de heer des campings.
'Wat is er.', zei de campingman, hij vroeg het niet eens, hij zei het gewoon 'wat is er', meer niet.
'We willen kamperen', probeerde ik.
Er viel een stilte, niet eens perse pijnlijk, maar toch vreemd.
'We hebben een tent', zei ik in de hoop dat dat de boel zou verklaren.
'Ga daar maar zitten', en hij wees naar een armeuig tuinsetje, 'mijn vrouw komt zo.'
Nou wij dus daar zitten. En toen kwam de vrouw aangefietst. Toen ze ons in het vizier kreeg stapte ze beheerst van de fiets af zonder haar blik van ons af te wenden. Vrij spannend vonden wij.
'Wat is er.', zei ook zij en in haar ogen lazen wij het volgende: what the hell @#%#$^|* doen jullie hier en waarom zitten jullie in MIJN tuin op MIJN tuinstoelen stomme sletten. Ja echt dat dacht ze! Tut-tut!
'We willen hier graag kamperen, we hebben een tent en we vroegen ons af of u plek heeft', zei kaneel zo correct mogelijk.
'Uw man zei dat we hier even konden gaan zitten', zei ik.
'Oke', zei de vrouw.
Ze knikte, draaide zich om en liep naar binnen. Het was vrij duidelijk dat ze ons niet mocht, maar ons kon het niet deren, kaneel en mij. Wij gingen immers kamperen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten