Tot woord van de dag roep ik uit: tig.
Het is niet een woordje dat je dagelijks gebruikt, maar zojuist gebruikte ik het in het stukje over de Vienna koffie. Ik twijfelde heel even aan de juiste manier van schrijven en tegelijkertijd vroeg ik me af waar het vandaan komt. (Tach)tig, (zeven)tig, (zes)tig bedachten mijn hersentjes rap en trots knikte ik, ja dat moest het zijn. Ijverig als ik ben sloeg ik er de van Dale ook nog even op na.
tig (hoofdtelw.)
1 [inf.] aanduiding van een onbepaald groot aantal => veel
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten